In aanloop van de gemeenteraadsverkiezingen lanceerde de nieuwsredactie van VRT De Vragende Partij.
Een initiatief waarbij iedere burger zelf een voorstel kan lanceren over wat men graag gerealiseerd wilt zien in zijn/haar gemeente. Opvallend: autovrij maken is een populair voorstel bij de Vlamingen. Veel voorstellen op “De vragende partij” hebben betrekking op het geheel of gedeeltelijk autovrij maken van het centrum van een stad of gemeente. De voorstellen daarover behoren niet zelden tot de populairste items. Daar wilden wij het fijne van weten en contacteerden Gino Van Ossel (professor in Retail & Trade marketing aan de Vlerick Business School) en Willy Miermans (als wetenschapper en docent verbonden aan het Instituut voor Mobiliteit van de UHasselt) voor meer uitleg.
“Een trend waar je niet om heen kunt”
“Het is duidelijk dat mensen graag hebben dat hun winkelstraten verkeersvrij zijn,” zegt Gino Van Ossel, professor in Retail & Trade Marketing aan de Vlerick Business School. “Ze beschouwen ‘gaan winkelen’ als een vrijetijdsbesteding die ze in alle comfort willen beleven. Vandaar dat ze graag gezellig willen kuieren zonder door het autoverkeer gestoord te worden.”
“Zo’n straten blokkeren is een trend waar je niet omheen kunt,” steekt ook
Willy Miermans met enig gevoel voor beeldspraak van wal. “Of dit zinvol is, hangt volgens mij samen met het niveau van het handelscentrum. In steden als Gent, Leuven, Antwerpen of Hasselt, waar het handelsapparaat enige omvang heeft, is het zeker voor zowel handelaars als winkelbezoekers. Ze willen flaneren en in alle rust het aanbod kunnen bekijken.” In secundaire steden als Sint-Truiden, Bilzen of Tongeren twijfel ik. “In zo’n steden merk je dat bij grote manifestaties, zoals de kermis, avondmarkt of andere publiekstrekkers, het afsluiten van de winkelstraten echt nodig is. Op andere momenten, zoals gewone weekdagen, is de kritische massa allicht niet groot genoeg om een volledige en permanente blokkering te verantwoorden. Men moet zich dan misschien beperken tot één straat of een stukje van het centrum.”
“Mooie oplossing als er voldoende kritische massa is”
Gino Van Ossel: “Uit onderzoek blijkt dat straten die hiervoor in aanmerking komen, een ruimer aanbod moeten hebben dan winkels alleen. Met name de horeca dient er vertegenwoordigd te zijn. In de onmiddellijke omgeving zijn best nog andere attractiepunten, zoals evenementen, culturele of historische bezienswaardigheden. Met andere woorden: zorg voor een totaalbeleving. “We zien dat een aantal steden en gemeenten hierbij de aantrekkelijkheid van hun centrum overschatten als bestemming voor funshoppers.
Er is immers veel concurrentie met andere steden, het internet komt sterk opzetten als commercieel kanaal en de baanwinkels doen het ook nog steeds goed. We mogen ook niet vergeten dat mensen tegenwoordig een erg hectische tijdsbesteding hanteren. Voor het plezier gaan winkelen schiet er dan wel eens bij in. Als dat toch gebeurt, wil de klant het maximale comfort, zoals in de verkeersarme winkelstraten met een ruim aanbod of in overdekte shoppingcentra.”
“Handel en horeca positief over autovrije winkelstraten”
Gino Van Ossel: “De ervaring leert dat steden die hun centrum autoluw hebben gemaakt, zowel van de handel als de horeca positieve reacties krijgen. Het aanbod gaat zich hier naar schikken. Zo is het natuurlijk moeilijker om desktop computers of wasmachines te verkopen als de klanten niet voor de deur kunnen parkeren en de handelaar geen thuisleveringen organiseert.” Miermans maakt daarbij het onderscheid tussen funshoppen en runshoppen.
“Door een winkelstraat helemaal af te sluiten, ga je het runshoppen, waarbij mensen uit de buurt voor hun dagelijkse boodschappen gaan, ontmoedigen. Dit ten voordele van funshoppen, wat inhoudt dat kooplustigen als vrijetijdsbesteding van de ene winkel naar de andere slenteren, bijvoorbeeld om kleding of schoenen te kopen. Als het handelsapparaat in de bewuste straat vooral bestaat uit bakkers, slagers en apothekers, mag je van hen enig ongenoegen verwachten als de winkelstraat helemaal wordt afgesloten. Vandaar dat het belangrijk is om voor dit niveau van steden te kiezen voor een modulair systeem dat kan inspelen op de behoeften van het moment.”
“Doordachte aanpak & inpassing in mobiliteitsplanning gewenst”
De keuze voor verkeersvrije straten hangt nauw samen met andere beslissingen omtrent mobiliteit. “Je merkt dat in de grotere steden het openbaar vervoer en de parkeerterreinen aan de rand van het centrum afgestemd zijn op funshoppers,” stelt Miermans vast. “Dat werkt erg goed, bijvoorbeeld met een ‘park &ride’-systeem, of zelfs een ‘bike &ride’. Maar het dient wel heel doordacht aangepakt te worden.
Zo moet je er bijvoorbeeld voor zorgen dat de invoering van betalend parkeren rondom de winkelstraten, niet leidt tot overlast in de niet-betalende zones, die nog iets verderop liggen. Het is in dat opzicht belangrijk dat de afstand tussen de verkeersvrije winkelstraten en de dichtstbijzijnde gratis parkeergelegenheid, haalbaar is om te voet te overbruggen.”